Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zie, [28]Gij hebt mij heden verdreven van den [29]aardbodem, en [30]ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn; en ik zal zwervende en dolende zijn op de aarde, en het zal geschieden, dat [31]al wie mij vindt, mij zal doodslaan. 28. Te weten, door uw vonnis, hetwelk zo zeker en vast gaat, alsof het reeds uitgevoerd ware. 29. Hebr. van het aangezicht des aardbodems. 30. Dit kan men verstaan van Kains uitbanning uit Gods gunst en genade, mitsgaders van het aangezicht of gezelschap zijner gemeente. 31. Anders, al wat mij vindt.